

De werking van deze toetscombinaties kan per app verschillen.
- Command-B: De geselecteerde tekst vet weergeven of vette tekst in- en uitschakelen.
- Command-I: De geselecteerde tekst cursief weergeven of cursieve tekst in- of uitschakelen.
- Command-K: Een webkoppeling toevoegen.
- Command-U: De geselecteerde tekst onderstrepen of onderstreping in- of uitschakelen.
- Command-T: Het venster ‘Lettertypen’ weergeven of verbergen.
- Command-D: De map ‘Bureaublad’ selecteren in een dialoogvenster voor het openen of bewaren van documenten.
- Control-Command-D: De definitie van het geselecteerde woord weergeven of verbergen.
- Shift-Command-Dubbele punt (:): Het venster ‘Spelling en grammatica’ weergeven.
- Command-Puntkomma (;): Woorden met spelfouten in het document zoeken.
- Option-Delete: Het woord links van het invoegpunt verwijderen.
- Control-H: Het teken links van het invoegpunt verwijderen. Of gebruik Delete.
- Control-D: Het teken rechts van het invoegpunt verwijderen. Of gebruik Fn-Delete.
- Fn-Delete: Voorwaarts wissen op toetsenborden zonder toets voor voorwaarts wissen. Of gebruik Control-D.
- Control-K: De tekst tussen het invoegpunt en het einde van de regel of de alinea wissen.
- Fn-Pijl omhoog: Pagina omhoog: één pagina omhoog scrollen.
- Fn-Pijl omlaag: Pagina omlaag: één pagina omlaag scrollen.
- Fn-Pijl naar links: Home: naar het begin van een document scrollen.
- Fn-Pijl naar rechts: End: naar het einde van een document scrollen.
- Command-Pijl omhoog: Het invoegpunt naar het begin van een document verplaatsen.
- Command-Pijl omlaag: Het invoegpunt naar het einde van een document verplaatsen.
- Command-Pijl naar links: Het invoegpunt naar het begin van de huidige regel verplaatsen.
- Command-Pijl naar rechts: Het invoegpunt naar het einde van de huidige regel verplaatsen.
- Option-Pijl naar links: Het invoegpunt naar het begin van het vorige woord verplaatsen.
- Option-Pijl naar rechts: Het invoegpunt naar het einde van het volgende woord verplaatsen.
- Shift-Command-Pijl omhoog: De tekst tussen het invoegpunt en het begin van het document selecteren.
- Shift-Command-Pijl omlaag: De tekst tussen het invoegpunt en het einde van het document selecteren.
- Shift-Command-Pijl naar links: De tekst tussen het invoegpunt en het begin van de huidige regel selecteren.
- Shift-Command-Pijl naar rechts: De tekst tussen het invoegpunt en het einde van de huidige regel selecteren.
- Shift-Pijl omhoog: De tekstselectie uitbreiden naar het dichtstbijzijnde teken op dezelfde horizontale positie in de vorige regel.
- Shift-Pijl omlaag: De tekstselectie uitbreiden naar het dichtstbijzijnde teken op dezelfde horizontale positie in de volgende regel.
- Shift-Pijl naar links: De tekstselectie met één teken naar links uitbreiden.
- Shift-Pijl naar rechts: De tekstselectie met één teken naar rechts uitbreiden.
- Option-Shift-Pijl omhoog: De tekstselectie naar het begin van de huidige alinea uitbreiden, vervolgens naar het begin van de vorige alinea indien opnieuw ingedrukt.
- Option-Shift-Pijl omlaag: De tekstselectie naar het einde van de huidige alinea uitbreiden, vervolgens naar het einde van de volgende alinea indien opnieuw ingedrukt.
- Option-Shift-Pijl naar links: De tekstselectie naar het begin van het huidige woord uitbreiden, vervolgens naar het begin van het vorige woord indien opnieuw ingedrukt.
- Option-Shift-Pijl naar rechts: De tekstselectie naar het einde van het huidige woord uitbreiden, vervolgens naar het einde van het volgende woord indien opnieuw ingedrukt.
- Control-A: Naar het begin van een regel of alinea gaan.
- Control-E: Naar het einde van een regel of alinea gaan.
- Control-F: Eén teken naar voren verplaatsen.
- Control-B: Eén teken naar achteren verplaatsen.
- Control-L: De cursor of selectie centreren in het zichtbare gedeelte.
- Control-P: Eén regel omhoog verplaatsen.
- Control-N: Eén regel omlaag verplaatsen.
- Control-O: Een nieuwe regel na het invoegpunt invoeren.
- Control-T: Het teken na het invoegpunt en het teken vóór het invoegpunt omwisselen.
- Command-Linker accolade ({): Links uitlijnen.
- Command-Command-Rechter accolade (}): Rechts uitlijnen.
- Shift-Command-Verticale streep (|): Centreren.
- Option-Command-F: Naar het zoekveld gaan.
- Option-Command-T: Een knoppenbalk in een programma weergeven of verbergen.
- Option-Command-C: Kopieer stijl: de opmaakinstellingen van het geselecteerde item naar het klembord kopiëren.
- Option-Command-V: Plak stijl: de gekopieerde stijl op het geselecteerde item toepassen.
- Option-Shift-Command-V: Plak en pas stijl aan: de stijl van de omliggende inhoud toepassen op het item dat erin wordt geplakt.
- Option-Command-I: Het infovenster weergeven of verbergen.
- Shift-Command-P: Pagina-instelling: een venster voor de selectie van documentinstellingen weergeven.
- Shift-Command-S: Het dialoogvenster ‘Bewaar als’ weergeven of het huidige document kopiëren.
- Shift-Command-Minteken (-): Het geselecteerde item verkleinen.
- Shift-Command-Plusteken (+): Het geselecteerde item vergroten. Command-Gelijkteken (=) voert dezelfde functie uit.
- Shift-Command-Vraagteken (?): Het Help-menu openen.
Contact opnemen met Kundig
Hulp nodig? Neem vrijblijvend contact op met onze klantendienst. Onze technische medewerkers helpen jou graag verder met dit probleem op te lossen.
